Vergroot de liefde voor ons landschap

Drie stichtingen in Overijssel hebben een landschapsmanifest opgesteld. Bedoeld als inspiratiebron voor politieke partijen bij het opstellen van de verkiezingsprogramma’s voor Provinciale Staten in maart 2019.

De stichting Groen Blauwe Diensten Overijssel, SPLIJ+ (stichting Particuliere Landschapsdiensten IJsseldelta) en stichting Kostbaar Salland hebben een gezamenlijk manifest landschap opgesteld. Zij doen een viertal concrete suggesties voor de verkiezingsprogramma’s voor maart 2019.

Liefde voor ons landschap is iets wat veel burgers in Overijssel hebben. Tegelijkertijd zien we de druk op ons landschap toenemen en snel veranderen. Daarmee komt het tegenovergestelde van liefde voor het landschap naar boven; een gevoel dat ook wel landschapspijn wordt genoemd. Op steeds meer plekken ontstaat dat gevoel. In Twente zijn reeds de eerste actiegroepen opgericht, in Dwarsgracht doen bewoners al jaren hun eigen landschapsonderhoud en in de zeven pilots van de provinciale Natuurvisie worden vergelijkbare verbonden gesloten. Gelukkig staat het onderwerp reeds voorzichtig op de provinciale agenda. Met de Motie Kansrijk Landschap van 20 juni 2018 gaat de provincie op zoek naar de mogelijkheden die er liggen voor het versterken van de kracht en pracht van het Overijsselse landschap en natuur. Maar wat ons betreft mag u nog een stap verder gaan, want landschap is ons aller verantwoordelijk. Voor uw verkiezingsprogramma willen wij u daarom vier punten aanreiken.

1. Creëer liefde voor het landschap met het verhaal erachter

Landschap is van ons allemaal en landschap verbindt. Maar landschap doet dat vooral wanneer het verhaal van het landschap bekend is. Creëer daarom liefde voor het landschap met het verhaal daarachter. Mooie voorbeelden van hoe dat nu al gebeurt zijn bijvoorbeeld de pilotprojecten ‘Langjarig Beheer’ in de provinciale Natuurvisie en enkele Overijsselse Natura 2000‐opgaven. Maar er kan meer: bouw het verhaal van het landschap verder uit in de provinciale Omgevingsvisie, stimuleer het maken van eigen landschapsbiografieën bij lokale organisaties waar al veel energie zit en zet samen met gemeenten in op betrokkenheid van bewoners bij hun eigen landschap, waaronder bij het opstellen van de gemeentelijke Omgevingsvisies.

2. Zet in op kennisoverdracht voor vakmanschap in landschapsonderhoud

Landschap is niet een op zichzelf staande entiteit, maar bestaat uit allerlei verschillende karakteristieke onderdelen. Houtwallen, solitaire bomen, hagen en andere landschapselementen zijn bepalend voor de kwaliteit, beleefbaarheid en flora en fauna van het Overijsselse landschap. Maar landschap heeft onderhoud nodig en het is van belang dat dit kwalitatief gebeurt. Zet daarom in op kennisoverdracht van vakmanschap om de kwaliteit van het landschap te behouden. Natuurlijk wordt er lokaal al het één en andere gedaan, maar er kan meer: zet met relevante organisaties in op kort individueel advies, praktijktrainingen en/of een ambassadeursnetwerk. Op die manier draagt vakmanschap ook echt bij aan een kwalitatief beter landschap.

3. Geef boeren waardering voor een landschapsinclusieve aanpak

Landschap draagt bij aan het welzijn van onze inwoners, onze toeristische aantrekkelijkheid, het vestigingsklimaat en het realiseren van ruimtelijke ambities (Motie Kansrijk Landschap). De boeren die het landschap creëerden, zitten vast in een systeem dat steeds maar groter en rendabeler moet. De menselijke maat is eruit. Als het landschap een verantwoordelijkheid is van ons allemaal, dan hoort daar ook een blijvende investering in financiën bij. Landschapsbeheer in de vorm van aanleg‐, herstel‐ en onderhoudswerkzaamheden kost namelijk veel geld. Boeren, burgers en buitenlui moeten structureel gebruik kunnen maken van stimuleringsfondsen voor een gevarieerde groene omgeving. Blijf als provincie een krachtig signaal afgeven, door niet alleen de bestaande landschapsfondsen te benutten, maar ook verder financieel te versterken. Want landschap is ook voor toekomstige generaties blijvend. Landschap is onze meest constante factor, maar de  aandacht voor landschap blijkt een golfbeweging te zijn. Zonder provinciale overheidssteun komt het niet goed met de kwaliteit van dat landschap. Tegelijkertijd zal er ook meer dan voorheen een beroep op andere medefinanciers moeten worden gedaan en een grotere eigen bijdrage van eigenaren worden gevraagd. Maar waardering heeft niet alleen een financiële component.  Waardering zit ook in regelgeving dat zo is opgezet dat het loont om landschapselementen te behouden. Een landelijke lobby, waar de provincie een grote rol in kan hebben. Een goed voorbeeld is dat houtwallen verdwijnen, omdat
landbouwsubsidies hun oppervlakte met satellietfoto’s berekenen en schaduw aftrekken van landbouwoppervlaktes. Het is de reden waarom veel boeren reeds – of er over nadenken om – hun landschapselementen (te) rooien.

4. Benut de reeds bestaande landschapsfondsen

De dynamiek in ons huidige landschap biedt ook nieuwe kansen voor landschapsversterking en ‐ financiering. Denk bijvoorbeeld aan het ontwikkelen van duurzame energie (windmolens, zonneparken), woningbouw, waterborging en infrastructuur. Met de pilots van de Natuurvisie wordt daar al op ingezet en in veel gemeenten komen ook al verplichte KGO‐middelen (Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving) vrij. Maar er kan meer door structureel een percentage van de provinciale ruimtelijke investeringen beschikbaar te stellen voor aanleg en onderhoud van landschapselementen. Geef het goede voorbeeld en benut voor het borgen van landschapsfinanciering de bestaande landschapsfondsen die zijn opgericht in kader van Groene en Blauwe Diensten. Op die manier worden de fondsen een katalysator voor landschapskwaliteit en is langjarig beheer geborgd. Als aanjager en cofinancier kan de provincie jaarlijks een budget vrij maken dat ten goede komt aan daadwerkelijke aanleg, herstel en beheer van landschapselementen. Op basis van ervaringscijfers zou
in de periode van 2019‐2023 een jaarlijks bedrag van € 2 miljoen beschikbaar moeten komen, € 8 miljoen in totaal. Uitgaande van een provinciale cofinanciering van 25% kan daarmee in totaal voor € 32 miljoen aan contracten worden gesloten voor een duurzame periode van landschapsbeheer van 21 jaar of meer. Dan kunnen kansen in het landschap daadwerkelijk worden benut.

Deelnemende organisaties:
Stichting Groene en Blauwe Diensten Overijssel
Stichting Particuliere Landschapsdiensten IJsseldelta
Stichting Kostbaar Salland

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief