Behoud van het landschap: herstel van elzensingels in Rouveen en Staphorst

Het slagenlandschap: de kenmerkende, lange percelen grasland, afgewisseld met lange rijen elzen. Dit karakteristieke landschap vind je op deze manier alleen in Rouveen en Staphorst. Gerard Krale woont in Rouveen en heeft met de hulp van Stichting Groene en Blauwe Diensten Overijssel (SGBDO) nieuwe elzen aangeplant in zijn singels.

Gerard stapt zijn schuur uit om de lange strook met jonge bomen, achter de boerderij, te laten zien. Zijn woonhuis en bijbehorende schuren worden omringd door stapels houten planken, palen en wilgentakken. Hij wijst er met trots naar: “Mensen willen weer investeren in natuurlijke materialen.” Gerard vindt het prachtig. “Ik lever vooral hekwerk. Aan campings, particulieren, scholen en bedrijven. Zorgen dat het landschap er mooi uitziet, daar kan ik op deze manier aan bij dragen. Dat is toch mooi?”

De aanplant van elzen
En dat deed hij ook op zijn eigen land. Zo investeerde hij, met een vergoeding voor aanleg, herstel en beheer van SGBDO, in de aanplant van jonge elzen en andere soorten die van oudsher thuishoren in elzensingels. “Mijn hele gezin heeft geholpen”, vertelt Gerard. “We hebben in 2018 zo’n 300 bomen geplant. Dat is toch een flink aantal. Ze hebben het niet allemaal overleefd. Een deel had het moeilijk doordat de grond te droog was.” Hij wijst naar het einde van het veld. “Achterin deden ze het beter, daar zit meer water in de grond.” Zoals het nu lijkt, houdt Gerard zo’n 250 bomen over en daar is hij blij mee. “Zo behoudt je de variatie in het landschap. Anders wordt het een kale boel.”

Hij voelt aan de stam en de knoppen van een jonge els. “Deze gaat het wel redden. Het is een boom die snel groeit.” Gerard had contact met SGBDO-adviseur Jan ten Hove. Op zijn advies heeft Gerard nog meer geplant. “Tussen de zwarte elzen zit ook meidoorn en hondsroos, dat is een wilde roos. Er groeit zo nu en dan ook hop tussen”, zegt Gerard met een glimlach. “Dat is een belangrijk ingrediënt voor het brouwen van bier. Dat is toch leuk, dat dat hiertussen zit?”

Gerard wandelt tevreden langs de strook met jonge elzen en wijst naar het hoge gras ertussen. “Hier lopen egels, muizen en insecten.” Hij bevestigt dat de klassieke elzensingel naast grote landschappelijke waarde, veel waarde heeft voor biodiversiteit. “Er zijn veel dier- en plantensoorten die profiteren van een elzensingel.” Gerard kijkt omhoog. “En in de bomen zitten uilen.” Hij wijst naar een nestkast, hoog tussen de takken. “Daar zitten steenuiltjes in.”

Lees in de cursief gedrukte tekst
 onder dit interview alles over de geschiedenis van de elzensingel

Hulp van Stichting Groene en Blauwe Diensten Overijssel

Gerard heeft de hulp van SGBDO ingeschakeld. “Het is eigenlijk heel simpel. De bomen worden steeds ouder. Op een bepaald moment houdt het op: bomen gaan dood. Je moet ze kappen of ze breken af, als je geen nieuwe bomen plant, dan wordt het gebied steeds kaler.” Gerard wil die cultuurhistorische elzensingels in het landschap behouden. “Met een herstel- en beheervergoeding van SGBDO kon ik dit financieren.”

We kunnen volgens Gerard allemaal een steentje bijdragen. “Hoe meer mensen op hun percelen bomen planten, hoe mooier  ons landschap weer wordt. En we lossen samen dat hele CO2-probleem op.” Hij kan zich goed voorstellen dat grondeigenaren willen dat een rij met bomen geld oplevert. “Dan zou het een houtwal moeten zijn, dat je als hakhout kunt gebruiken.” Maar hij heeft nog een ander idee. Hij wijst naar het einde van de groenstroken in de verte. “Als we die strookjes groen kunnen behouden en ze herstellen door weer nieuwe elzen aan te planten, dan heb je geen kaal landschap, houd je de lijnen van het slagenlandschap in ere én wordt het zandpad daarachter een aantrekkelijke route voor zowel de inwoners van Rouveen als recreanten.”

Gerard vertelde zijn verhaal ook in de Stentor. Heb je een abonnement? Dan kun je dit artikel hier lezen.

Ook steun van SGBDO?
Woont u ook in de gemeente Staphorst en wilt u als grondeigenaar een vergoeding aanvragen voor het beheer van landschapselementen? Er is ruimte vrij in de beschikbare fondsen binnen deze gemeente. Informeer dan naar de mogelijkheden via info@sgbdo.nl.

 

Alles over de Elzensingel

Een elzensingel herken je aan de aanwezigheid van voornamelijk zwarte els. Het is een zelfstandig liggend, lijnvormig landschapselement. Naast zwarte els vind je er ook andere soorten zoals es, zomereik, lijsterbes en meidoorn. Cultuurhistorisch gezien is een tweezijdige begroeiing, aan weerszijden van een sloot of wijk, de meest voorkomende situatie. Maar ook eenzijdig komt veel voor.

Een goed ontwikkelde elzensingel heeft een boomlaag, een struiklaag (met o.a. braam, lijsterbes, hondsroos) en een kruidlaag. Door de aanwezigheid van deze verschillende lagen begroeiing is een karakteristieke elzensingel in de zomer volledig dicht. Langs de randen, bij rasters, moeten braam en andere ruigtekruiden verwijderd worden.

Een klassieke elzensingel wordt beheerd als hakhout. Elke 14 of 21 jaar is er een eindkap. Bij die eindkap wordt de elzensingel volledig teruggezet op de stobben, waarbij 2 tot 5 bomen of struiken per 100 meter worden gespaard.

Daarnaast komt het voor dat elzensingels worden beheerd als bomenrij. In het kader van de ruilverkaveling Staphorst zijn er ook nieuwe elzensingels aangeplant als bomenrij. Dat wil zeggen: er is geen sprake (meer) van een hakhoutcyclus en een struik- en kruidlaag ontbreekt. De bomen staan op een (min of meer) regelmatige plantafstand. Eventuele gaten in de rij worden opgevuld met nieuwe bomen.

– Jan ten Hove, planopsteller en adviseur bij SGBDO

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief